Voordat een inspectie kan worden uitgevoerd moeten de omvang van de inspectie en de uitgangspunten van de te inspecteren beveiliging bekend zijn. De uitgangspunten wordt vastgesteld door de eigenaar/gebruiker van de installatie in samenspraak met het bevoegd gezag. Om een planmatige inspectie mogelijk te maken zal vervolgens door de Inspectie-Instelling een Inspectieplan worden opgesteld. In dit Inspectieplan wordt vastgelegd welke brandbeveiligingssystemen (conform de opdracht) moeten worden geïnspecteerd, hoe en op welke momenten in de bouwfase die inspectie plaatsvindt en welke uitgangspunten daarbij gehanteerd moeten worden.
Het Inspectieplan inclusief bijlagen wordt gebruikt voor het toetsen van de uitgangspunten, van het detailontwerp, het uitvoeren de initiële inspectie (opleveringsinspectie) en de vervolginspecties (handhaving).
Op basis van de omschreven procedure zijn inspecties mogelijk van:
Onderstaand een grafische weergave van het proces voor veiligheid en brandveiligheid.
Door gebruik te maken van gecertificeerde bedrijven (installatie voorzien van leverings- en/of onderhoudscertificaat) betekent dat de inspectieactiviteiten voor wat betreft de omvang en diepgang kunnen worden beperkt. Indien geen gecertificeerde bedrijven worden ingezet, kan het brandbeveiligingssysteem nog steeds voor een inspectiecertificaat in aanmerking komen, echter de omvang en diepgang van de installatietechnische inspectiepunten zijn groter dan bij een installatie die onder certificatie is geleverd.